Geloof,  Persoonlijk

De liefde van Jezus

Jezus nodigt mij uit. Hij verlangt naar mij. Hij wil me omarmen. Ik kan het bijna niet geloven. Ik ken mezelf en mijn tekortkomingen, maar Jezus kijkt alleen met ogen vol liefde en verlangen. Hij kent mij zoals ik mezelf niet ken. Hij sterkt zijn armen naar mij uit en nodigt me uit om bij Hem te komen. Ik pak zijn handen vast. Hij neemt me in zijn armen en drukt me stevig tegen zich aan. Hij bedekt me onder zijn mantel. Ik voel zijn liefde die uit elke porie van zijn lichaam stroomt. Alles aan Hem ademt liefde.

Met zijn onoverwinnelijke rechterhand raakt Hij mij zo teder aan

Ik geniet van zijn nabijheid. Met zijn onoverwinnelijke rechterhand raakt Hij mij zo teder aan. Hij is zo sterk dat Hij me in een vingerknip zou kunnen vernietigen, maar Hij gebruikt zijn kracht niet om mij te beschadigen. Ik voel me zo veilig en geborgen in zijn liefdevolle armen, zo dicht aan zijn hart.

Dan kijkt Hij me aan en zonder woorden zegt Hij: ‘Je weet niet half hoeveel Ik van je hou.’ Zijn ogen stralen en vertellen me hoe graag Hij wil dat ik weet hoeveel Hij van mij houdt. Hij verlangt naar mij. Zijn hele hart gaat naar mij uit. Hij vertelt me elke dag hoeveel Hij van mij houdt en wie ik ben: een geliefde dochter van de Vader. Een prinses van het Koninkrijk der Hemelen, volmaakt in schoonheid.

Ben ik dat? Ben ik zo mooi?

Hij heeft mij uit de macht van de vijand verlost, mij uit het moeras losgetrokken, mij zo liefdevol schoongewassen; mij in bad gedaan, en mij een prachtige jurk aangetrokken. Ik voel me door zijn liefde omgeven. Hij heeft mij helemaal rein en heilig gemaakt. Ik mag volmaakt heilig en rein voor Hem staan.

Hij neemt me mee naar het huis van zijn Vader en zet me voor de spiegel. Hij laat me mezelf zien en opnieuw voel ik een golf van liefde door me heen stromen. Ik kan het haast niet geloven. Ben ik dat? Ben ik zo mooi? Ik kijk van zijn ogen, naar mijn spiegelbeeld, naar de jurk om mijn lichaam. Ik voel aan mijn haar en de sierlijke kroon op mijn hoofd. Dan kijk ik Hem opnieuw aan en kruip dicht tegen Hem aan. Zijn ogen glimmen. Hij geniet van mij, mijn verwondering en dat ik mezelf begin te zien zoals Hij me ziet. En ik voel me zo gezegend dat ik Hem een plezier kan doen gewoon door bij Hem te zijn, zijn liefde te ontvangen en zijn woorden te geloven.

Hij is de Bruidegom die stierf voor zijn bruid

Hij is voor mij gestorven. Hij heeft mijn pijn en mijn afwijzing gedragen en er komt zo’n dankbaarheid op in mijn hart en een diep ontzag. Met alles wat in mij is verlang ik ernaar mezelf aan Hem te geven. Met alles wat ik heb dank en aanbid ik Hem. Ik leg mijn leven in zijn handen. Hij heeft zichzelf met alles wat Hij had voor mij overgegeven. Ik ben niet van mezelf. Ik zeg: ‘Hier ben ik, Jezus, Ik ben van U. U heeft recht op mij. U heeft mij gekocht en betaald met Uw bloed. Doe met mij wat U wilt.’ Ik hou zoveel van Hem. Ik hou van Hem met de liefde die Hij me geeft.

Hij is de Bruidegom die stierf voor zijn bruid. Hij is de Goede Herder die voor zijn schapen zorgt en zijn leven voor ze geeft. Hij heeft mijn hart veroverd. Hij is niet meer alleen de Koning van het heelal, maar ik heb Hem gekroond tot Koning van mijn hart. Ik heb geen eigen koninklijke mantel en geen eigen troon en die heb ik ook niet nodig, want Hij bedekt mij met zijn mantel van gerechtigheid en Hij zet mij met Hem op de troon. Ik mag samen met Hem gaan regeren in het leven. Ik ben zijn bruid en zijn koningin en toch ook zijn onderdaan, maar Hij een koning die zijn onderdanen liefheeft. Hij vraagt van mij onderwerping, maar mezelf aan Hem onderwerpen is niets anders dan mezelf toevertrouwen aan zijn liefde. Hij wil dat ik stevig geworteld raak in zijn liefde, zodat ik niet meer ik door elk zuchtje wind omver word geblazen; hij wil dat ik bestand ben tegen de zwaarste stormen. Hij wil de enige zijn die mij omver kan blazen.

Wanneer ga je weer voor Mij dansen?

En ik? Ik kan niet anders dan mezelf overgeven en ‘ja’ zeggen. En daar in die intimiteit; ik in Hem en Hij in mij, vertelt Hij mij wie ik ben, richt hij mij op en brengt Hij mij tot bloei, daar mag ik een vruchtbaar leven leiden voor en door Hem en daar fluistert Hij mij toe: ‘Je bent zo mooi als je danst. Wanneer ga je weer voor Mij dansen?’

Foto: Amy Humphries via Unsplash.

Bijbelteksten: Psalm 1:3, 45:12, 91:4; Hooglied 1:2,3, 2:6, 6:9, 6:13, 7:10; Jesaja 40:11, 41:10, 53:4, 55:8,9; Jeremia 31:3, Ezechiël 16:8; Johannes 10:14,15, 15:1-5; Romeinen 8:14-17, 1 Korinthe 6:20, Efeze 2:6, 3:17,18, 5:25b-27; Kolossenzen 1:13, Jakobus 1:6.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: