Hoe mijn dooptekst na 17 jaar landde
“Jezus heeft gezegd: zonder mij kun je niks doen. Het mooie is dat we nooit zonder Jezus zijn” las ik in het boek Ontwikkel je bovennatuurlijke gaven van Jolande Bijl. Zonder Mij kun je niets doen, daar was ik me maar al te goed bewust van. Ik kan niet spreken in het openbaar, geen informatie over brengen, of boeiend schrijven. Ik kan niet goed zingen, ik zal nooit zo goed piano kunnen spelen als Michiel, ik ben niet zo creatief en muzikaal als een ander, dus kan ik ook zeker geen eigen liederen schrijven. Ik kan geen leiding geven, met mensen omgaan en al helemaal niet aanvoelen wat er in hen omgaat.
O ja, ik was me ook bewust van wat ik wel goed kon: leren, analyseren, onderzoeken. Daar heb ik ook mijn beroep van gemaakt. En zelfs daar liep ik aan tegen dingen die ik niet kon. Zoals die keer dat mijn laboratoriumproeven stelselmatig mislukten en ik me wanhopig afvroeg waarom er zelfs hier niets goeds uit mijn handen leek te komen. Gelukkig had ik een goede projectleider met wie ik alles weer op de rit kreeg. Een paar jaar later hadden we 9 diagnostische testen voor vogelgriepinfectie. Één daarvan is gebruikt in een onderzoek waarvan de resultaten gepubliceerd zijn in wetenschappelijk tijdschrift. Ook mijn naam staat boven dat artikel.
Ik ben me ervan bewust geworden dat ik altijd gedacht en geredeneerd heb vanuit het dat-kan-ik-niet gedachtengoed. Niet alleen met betrekking tot onderwijs, maar met betrekking tot alles. Zonder Jezus ben ik niets…, maar ik ben niet zonder Jezus. Op mijn 12e heb ik een bewuste keuze gemaakt voor Hem en op mijn 13e ben ik gedoopt. De Bijbeltekst die ik daarbij meekreeg was – geloof het of niet – ‘Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft’ (Fil. 4:13). Terugkijkend verwonder ik me hoe toepasselijk die tekst blijkt te zijn. Ik heb mezelf altijd verteld dat ik bepaalde dingen niet kan, maar nu zegt God dat Hij mij het vermogen heeft om alle dingen te doen die Hij voor mij heeft voorbereid! Al 17 jaar geleden is Hij begonnen om me dat duidelijk de maken.
Door te kijken wat ik allemaal niet kan en mezelf te vergelijken met anderen heb ik mezelf verlamd en God beperkt. Ik stapte niet uit, want er waren andere mensen die dat wel konden of beter dan ik. Door te stoppen met mijn goede werken uit eigen kracht, ben ik onverwachts gestuit op Gods kracht als bron van waaruit ik dingen doe. En die blijkt niet zo beperkt te zijn. Ik dacht dat het enige resultaat zou zijn dat ik Gods liefde zou gaan ervaren, maar dat al deze dingen naar me toe zouden komen had ik nooit verwacht. Als ik warrig schrijf komt dat omdat deze openbaring zich ontvouwt terwijl ik schrijf.
Ik ontdek hoeveel ik God ontvangen heb door Zijn verlossing en dat Hij mij in staat stelt om daarvan weer door te geven. Waar ik eerder dacht dat ik de mensheid niet veel te bieden had, raak ik er steeds meer van overtuigd dat ik wel wat te geven heb. Het voelt als of ik aan het begin van een nieuw leven sta. Een leven waarin het plan van God – waarvan mijn ouders me al vroeg vertelden dat het bestond – tot uitvoer aan het komen is. Interessant genoeg lijkt dat nu meer te maken te hebben met wat ik niet uit eigen kracht kon (onderwijs, aanbidding, met mensen omgaan) dan met waar ik wel zelf goed kon (mijn beroep). Ik ben benieuwd wat de toekomst gaat brengen.
Uitgelichte afbeelding: Evelyn Mostrom on Unsplash