Geloof,  Persoonlijk

Hernieuwde passie

Jaren geleden zat ik in het gebedsteam van mijn gemeente. Ik wist me daarvoor geroepen en deed mee toen er tijdens een samenkomst op een conferentie een oproep werd gedaan aan de voorbidders om voor in de zaal te gaan bidden. Ook was ik een regelmatige deelnemer aan de avond- en ochtend bidstonden van mijn gemeente en heb bij opwekking een keer meegewerkt als voorbidder bij het jeugdprogramma. En hoewel dat goed was, gingen me op een gegeven moment dingen tegen staan. We begonnen ons te begeven op het gebied van geestelijke oorlogsvoering. We begonnen de demonische machten over de flevopolder te binden en te bidden tegen dingen als een standbeeld dat ‘de tong van lucifer’ genoemd werd (tegenwoordig noemen ze neutraal ‘de tong’) en langs de A6 staat. Het staat op de knardijk en kan dus ‘beide polders overzien’.

In eerste instantie ging ik er in mee. Totdat ik een boek van Andrew Wommack las. Het ging over gebed. Er werd gesteld dat sommige vormen van geestelijke oorlogsvoering niet bijbels zijn. Dat sommige mensen besteden al hun tijd aan het ‘het koninkrijk van God binnen bidden’ van ongelovigen zonder uit te gaan om het evangelie te brengen of in hun gebeden meer tegen de duivel praten dan tegen God en dat is noch goed, noch doeltreffend. En daar begon het nou juist steeds meer op te lijken. Toen ik de bijbel er op nasloeg, ontdekte ik dat er helemaal geen nieuw testamentische precedenten voor dingen als  het binden van demonische machten over gebieden. Jezus deed het niet en onderwees het niet en de apostelen evenmin. Het enige wat je tegenkomt is het uitwerpen van demonen uit personen. Ze gingen uit, brachten het evangelie en genazen de zieken en bevrijdden de gebondenen die ze onderweg tegen kwamen.

Ik wist me geen raad meer met het gebedswerk waar ik destijds bij betrokken was. In die tijd stopten 2 mensen van het gebedsteam, waaronder de leider en bleef ik achter met één man en aangezien het beleid was dat mannen er vrouwen niet samen bidden zonder dat er een derde bij is en er niet direct een kandidaat was om het gebedsteam te versterken, kwam het er niet meer van om samen te bidden en eerlijk gezegd heb ik me om de bovengenoemde reden niet erg actief ingezet om het gebedswerk te continueren. Door verschillende omstandigheden stopte ik ook met het bezoeken van de bidstonden van de gemeente.

Een aantal jaren liet ik het gebedswerk rusten. Natuurlijk bad ik wel voor mensen in mijn omgeving die gebed vroegen (bijvoorbeeld op CBC), want voorbede had nog steeds mijn hart. Op CBC baden we ook voor de zieken en dat sprak me aan. Ik ging tijdens de outreaches mee met Ronald Plat en de gloriestoel om op straat te bidden voor zieken. Ik zag mensen onder mijn handen genezen en kreeg het verlangen om dit ook in mijn woonplaats te doen. Ik ontmoette dorpsgenoten met hetzelfde verlangen en zo ontstond een groepje mensen dat in Dronten het koninkrijk van God brengt (door gesprekken, de meeste mensen die wij op straat gesproken hebben staan nog niet open voor gebedsgenezing).

We bidden ook voor elkaar en voor gebedspunten die we in brengen. Zo werd er vorig week gebed gevraagd voor iemand met een acute alvleesklierontsteking. Het was duidelijk een aanval op de dochter, die enkele uren daarvoor besloten had om in haar autoriteit in Christus te gaan wandelen. De gebeden vlogen over de what’s app en de galsteen die het probleem veroorzaakte en niet vergruisd of operatief verwijderd kon worden verdween op bovennatuurlijke wijze en de moeder doet, na handoplegging door de dochter, de doktoren versteld staan door haar snelle herstel. En dat terwijl de situatie zo kritiek was dat er sprake was van het op sterven liggen van de moeder. Geïnspireerd door een getuigenis van een soortgelijke gebeurtenis, waarbij tijdens een conferentie de kinderen een gezamenlijke gebed initieerden, stelde ik voor om samen te komen om voor deze situatie te bidden. Hoewel het daar uiteindelijk niet van gekomen is, viel bij mij het kwartje. God had het gebedswerk weer op mijn pad terug gebracht. Op een andere manier en in een andere setting, op een manier waarbij ik me thuis voel.

Zo zie je maar weer: als God een roeping op je leven legt en als je het zoekt om in Gods bestemming voor je leven te wandelen, dan kan het niet anders dan dat het op je pad terug blijft komen. De familie uit de bovenstaande alinea laat zich niet langer intimideren door de duivel, maar is (weer) actief in hun autoriteit in Christus gaan wandelen. En wat betreft dat beeld langs de A6: voor mij is dat niet meer dan een stuk metaal. Ik geloof dat zulke dingen niet meer macht over je hebben dan je er zelf aan verleent. En in mijn geval is dat 0,0. Pas maar op duivel, ik – dat is Christus in mij – ga los!

Uitgelichte afbeelding: Allef Vinicius via Unsplash

Geef een reactie

Ontdek meer van Vrouw naar Gods hart

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder