Geloof,  Persoonlijk

Heer van de schepping en Heer van mijn hart

Ik wandel door het bos en langs het kanaal. Het valt me op hoe mooi de natuur in de winter eigenlijk is.

Ik zie bevroren plassen en slootjes en bomen in verschillende kleuren. Sommige bomen hebben gelige takken, terwijl andere juist rood-achtige takken hebben. Ook zijn er veel planten die het hele jaar door groen blijven, zoals klimop of hulst en natuurlijk het gras en ook de sneeuwklokje met hun witte bloemen en de andere bollen die beginnen uit te lopen. Het geheel wordt begeleid door een vrolijke kakofonie van vogelzang en het getik van een specht. Ik zie roodborstjes, merels en verschillende mezensoorten. Een mussenpaar achtervolgt elkaar.

De zon schijnt op de boomtoppen en het water van in kanaal – dat nog open is – weerkaatst de blauwe lucht. De rietpluimen wuivel in de wind. De kade wordt bevolkt door zwanen en reigers. Er klinkt gekwetter van meerkoeten. Een eend komt te dichtbij een baltsend futenpaar en wordt achtervolgd totdat hij wegvliegt. Een waterhoentje scharrelt tussen het riet. Aalscholvers gebruiken de paaltjes als landingsplaats.

Iets verderop zijn omgeknaagde bomen stille getuigen van bever-activiteit. Ik volg het pad langs het kanaal. Een vertakking naar links. Dat is mooi, want ik ben al ver gelopen en moet nu zo langzamerhand teruggaan. En dan zie ik rechts in het water een soort stapel dunne boomstammetjes. Dat moet wel een beverdam zijn. Het pad buigt af naar rechts zodat ik weer parallel aan het kanaal loop als ik bij een splitsing kom. Om terug richting huis te lopen moet ik linksaf. Het avontuur roept om rechtsaf te slaan en te kijken waar het pad heen leidt. Ik weersta de verleiding en neem me voor om dat pad de volgende keer te verkennen.

Dan kom ik het bos uit bij de grote weg. En zelfs daar word ik overweldigend door de schoonheid van de natuur; de bosrand en het riet langs het fietspad. En dan borrelt er een lied van aanbidding in me op en dank ik God voor al dat moois. Voor het eerst in maanden voel ik me weer echt verbonden met Hem. De leegte die ik eerder nog vanbinnen voelde wordt nu vervuld met blijdschap en vrede. Wat een blijk van liefde en verbondenheid! Ik voel me een gezegend mens.

Wat ik alleen niet weet is dat God nog niet klaar is met Zijn knipoogjes.

Ik vervolg mijn weg naar huis. Ik begin mijn benen nu wel te voelen. Ook begin ik trek te krijgen. Gelukkig heb ik wat te eten meegenomen. Ik twijfel of ik via het schelpenpad langs de buitenweg zal gaan of langs het betonnen fietspad bij de bosrand. Ik kies het laatste.

Ik ken het fietspad wel, ik heb er weleens gefietst, maar zo lopend zie ik toch meer. Ik zie dingen waarvoor ik anders de tijd niet neem om ze te zien. Een omgezaagde boom ligt als een kunstwerk op het gras. Een andere ligt over de sloot. Dan zie ik in een boom vlakbij een buizerd zitten. Ik heb nog nooit een buizerd van zo dichtbij gezien. Ik pak mijn telefoon om hem te fotograferen, maar dan vliegt hij weg. Ik stop mijn telefoon weer weg en loop verder.

Ik loop langs het laatste stukje bos als ik een merel aan de kant van de sloot zie zitten. Terwijl ik naar de merel kijk zie ik opeens een helderblauw vogeltje over de sloot scheren. Zijn veren schitteren fel in het zonlicht. Het is prachtig om te zien, al is het maar in een flits. Ik heb nog nooit een ijsvogel gezien, maar dit moet er haast wel een zijn. Ik kijk rond om te zien of hij nog ergens is. Ik kijk naar mensen die langs fietsen of honden uitlaten. Is dat dezelfde vrouw die ik op de heenweg ook haar hond zag uitlaten?

Ik voel me alsof ik net iets heel bijzonders heb meegemaakt, alsof de wereld stil zou moeten staan, maar om me heen gaat het leven gewoon door. Niemand is zich ook maar ergens van bewust. Ze vragen zich hooguit af waarom ik zo verdwaasd naar de bomen sta te kijken. Als ik mezelf ervan overtuigd heb dat ik de blauwe vogel niet meer zie, pak ik mijn telefoon een google ik ‘ijsvogel’. Thuisgekomen google ik verder en raak ervan overtuigd dat het inderdaad een ijsvogel moet zijn geweest. Gewoon in de bebouwde kom, zo dichtbij huis! Opnieuw word ik vervuld met dankbaarheid en ontzag.

Door me te begeven in de schepping ben ik in contact gekomen met de Schepper. Het is zoals die quote die ik ooit hoorde: ‘Er is geen wifi in het bos, maar ik beloof dat je er een betere verbinding vindt.’ Ik heb geen idee van wie die uitspraak is. Hij kan ook heel zweverig opgevat worden en in feite had ik al die tijd gewoon internet op mijn telefoon, maar die betere verbinding, die heb ik gevonden!

Uitgelichte afbeelding: David Aler on Unsplash

Geef een reactie

Ontdek meer van Vrouw naar Gods hart

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder